Raadsinstrumenten
Raadsleden hebben diverse instrumenten om hun taak als raadslid goed te kunnen uitoefenen:
- feitelijke informatie inwinnen;
- mondelinge vragen stellen over een actueel onderwerp;
- schriftelijke vragen stellen;
- motie indienen;
- amendement indienen;
- initiatiefvoorstel indienen;
- extra raadsvergadering beleggen;
- interpellatie;
- onderzoek instellen.
De instrumenten worden hieronder toegelicht. Ze staan op volgorde van zwaarte.
Feitelijke informatie inwinnen
Raadsleden kunnen feitelijke vragen rechtstreeks aan de ambtenaar stellen. Het gaat hier om korte vragen ter verduidelijking van het onderwerp, bijvoorbeeld een vraag over de specificatie van bepaalde kosten. Het gaat hier dus niet om vragen met een politiek waardeoordeel.
De vragen kunnen mondeling worden gesteld in een beeldvormende avond of schriftelijk via de griffie.
Mondelinge vragen stellen over een actueel onderwerp
In de raadsvergadering is er een vragen(half)uur. Een raadslid die tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenuur bij de voorzitter. Vragen voor het vragenuur richten zich op de politieke actualiteit of betreffen zaken met een spoedeisend karakter. De antwoorden worden gegeven door de burgemeester of een wethouder.
Schriftelijke vragen
Buiten de vergaderingen om kunnen raadsleden ook informatie inwinnen over gebeurtenissen en plannen van het college van burgemeester en wethouders.
Deze schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Alle schriftelijke vragen worden geplaatst in de rubriek 'schriftelijke vragen' op de website.
Het college of de burgemeester is verplicht de gevraagde informatie te geven, tenzij dit in strijd is met het openbaar belang. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend. Ook de antwoorden worden op de website geplaatst.
De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord,
Motie indienen
Raadsleden kunnen in een raadsvergadering de raad voorstellen een motie aan te nemen. Een motie is een uitspraak van de raad: een wens, verzoek, opdracht of oordeel. Een door de raad aangenomen motie is niet bindend, maar heeft wel een politieke betekenis.
Er zijn verschillende soorten moties:
- een 'gewone' motie, behorend bij een onderwerp dat op de agenda van de raad staat. In een dergelijke motie wordt een verzoek gedaan aan het college of de burgemeester. De discussie vindt tegelijk met de beraadslaging over het onderwerp plaats;
- een motie 'vreemd aan de orde' betreft een onderwerp dat niet op de agenda staat. Een dergelijke motie wordt besproken nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld;
- een motie van treurnis of van afkeuring, waarin de raad het handelen (of nalaten) van de burgemeester of een wethouder in een bepaald dossier betreurt of afkeurt;
- een motie van wantrouwen, waarmee de raad aangeeft geen vertrouwen te hebben in het aanblijven van een burgemeester of wethouder.
Amendement
Ieder raadslid heeft het recht om tijdens een vergadering wijzigingen voor te stellen op het voorgestelde besluit. Dat kan via het indienen van een amendement.
Op een amendement kan ook weer een wijzigingsvoorstel worden ingediend dat subamendement wordt genoemd.
Initiatiefvoorstel
Raadsleden kunnen ook zelf een voorstel aan de raad voorleggen waarover een concreet besluit genomen moet worden. Dit moet minimaal vier weken voor de vergadering worden ingediend.
Extra raadsvergadering beleggen
Wanneer de voorzitter oordeelt dat het nodig is of wanneer ten minste vijf raadsleden hierom schriftelijk met een opgaaf van reden verzoeken, kan er een extra raadsvergadering worden uitgeschreven.
Interpellatieverzoek
Een zwaarwegend instrument voor een politiek gevoelig onderwerp is het bevragen of ter verantwoording roepen van het college in de raadsvergadering. Het onderwerp wordt via een zogeheten 'interpellatiedebat' in de raadsvergadering behandeld.
Een interpellatiedebat kan alleen worden gehouden als de meerderheid van de raad daarmee instemt. Het is overigens in veel gemeenten goed democratisch gebruik dat een interpellatie altijd wordt toegestaan door de meerderheid, ook al zou men op voorhand de conclusies die een minderheid van de raad wil trekken, niet willen aanvaarden.
Het instellen van een onderzoek
Hierbij wordt voor de gemeenteraden de mogelijkheid geboden om een raadsonderzoek te houden naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur. Een raadsonderzoek kan omschreven worden als een op waarheidsvinding gericht onderzoek naar een specifiek onderwerp van lokaal belang. Door het onderzoek kan de raad bepaalde onderdelen van bestuur beter controleren. Een raadsonderzoek wordt uitgevoerd door een onderzoekscommissie, die de beschikking heeft over enkele wettelijke bevoegdheden om haar onderzoekstaak uit te voeren. Een raadsonderzoek wordt allereerst ingesteld om zoveel mogelijk informatie te vergaren. Op basis hiervan kan de raad een oordeel geven over het optreden van het college of de burgemeester bij een bepaalde kwestie. De aanleiding tot een gemeentelijk onderzoek zal vaak zijn gelegen in het gevoel bij de raad dat het college of de burgemeester onvoldoende, onjuiste of helemaal geen informatie heeft verstrekt over een specifiek bestuurlijke kwestie. De beslissing om een raadsonderzoek in te stellen is in hoge mate van politieke aard. Een zwaardere vorm van raadsonderzoek is de raadsenquĂȘte. Dan kan de raad ook ambtenaren en betrokkenen als getuigen oproepen.